Hoop op vriendschap

Lucien

Ik vond hem. Liggend in zijn bed en in alle rust overleden. Hoewel hij weken ervoor al klaagde van kortademigheid en niet zo goed meer kon lopen was de schok wel erg groot. Dit had ik toch niet verwacht. We zouden met zijn tweeën weggaan en nu dit. Ik heb meteen de afspraak afgezegd. Gelukkig was er ruim begrip. En daar zat ik dan.

Drie jaar eerder ontmoette we elkaar tijdens een Alpha-Cursus. Als bescheiden en zeer vriendelijke man met een licht verstandelijke handicap. Zelfstandig wonend en hoewel de kleding versleten was wel met stropdas en colbert.

Gedurende de cursus ontdekte ik al dat meegaan met de groep moeilijk was en we spraken af dat ik de maandagochtend zou gebruiken om het een en ander nog eens door te vertellen. De eerste keer op bezoek was een schrik want zo verzorgt hij leek zo groot was de bende in zijn huis. De koffie die hij schonk was niet te drinken en het kopje te smerig om aan te pakken. Kortom, waar was ik nu in terecht gekomen. Door de jaren heen begon ik te merken dat hij werkelijk moest knokken om zijn hoofd boven water te houden. De erfenis van zijn vader had hij opgemaakt aan inrichten van zijn huis maar tegelijkertijd dronken zijn ‘vrienden’ hem letterlijk arm. Resultaat was een schuld met 4 nullen.

Ik weet nog die keer dat ik weer zou komen praten er werd niet open gedaan en meteen ben ik gaan kijken bij zijn plaats waar hij werkte (4 uur in de week afwassen en vuilnisbakken legen). Daar werd geschokt gereageerd omdat hij daags er voor de kas had gestolen en nu op het politiebureau verantwoording moest afleggen. Dus ik naar het bureau en in gesprek gegaan met de dienstdoende agent. Ik kreeg hem mee maar wel met een dagvaarding in handen.

We stonden buiten en hij keek naar me en vroeg: ‘Wil je nou nog wel vrienden blijven?

Ik was geschokt, natuurlijk wilde ik dat, juist nu!
Door dit voorval ontdekte ik de financiële chaos waar hij inzat en we zijn een jarenlang traject ingegaan. Schuldhulpverlening heet dat met een mooi woord. Daarnaast kwam ook het moment van dagvaarding en ik heb garant kunnen staan voor hem zodat de straf niet al te zwaar uit zou vallen. Vervolgens konden we proberen een nieuwe start te vinden met de mogelijkheid om een soort faillietverklaring te krijgen. Dat moest ook via de rechter. Die weg zijn we gegaan en uiteindelijk stonden we in Den Haag voor een college. Het was niet het leukste moment voor ons want het gaat er hen niet om wat je situatie is maar de keiharde guldens (toen nog) waren hier het probleem. Of meneer eerst zijn excuses wilde aanbieden en dit nooit meer doen.

Na afloop van de zitting liepen we de rechtszaal uit. Hij kon van de emoties zijn urine niet meer inhouden en daar stonden we. Te trillen op onze benen. Een paar weken later kregen we te horen dat het verzoek was geaccepteerd en dat hebben we maar met een kopje koffie een een gebakje op een terras gevierd. We konden echt opnieuw beginnen.

Het verhaal heeft geen goed einde. Ik vond hem op een maandagmorgen. Ik zou gaan spreken voor een groep en zoals gewoonlijk ging hij mee.

Waarom ik dit schrijf?

Types als Lucien zijn niet gauw je vriend vanwege allerlei redenen. Vies, dom en noem maar op. Toch merk ik dat onder Gods leiding wij aan elkaar zijn gekoppeld en we mochten een eindje op weg gaan met zijn tweeën.

Weet je, ik mis hem nog elke dag. Ik heb met hem zoveel avonturen beleeft die ik met ‘gewone’ mensen nooit had mee gemaakt. Iemand uit de cel praten, twee keer advocaat spelen, overleggen met de stadsbank, schuldensanering. Man, wat een belevenissen.

Ik mocht, op zijn verzoek, de begrafenis leiden. Ik wist niet goed wat ik moest vertellen. Per slot van rekening was ik ook een goede vriend van hem. Maar we zongen wel Psalm 23.
Die is ook nooit meer dezelfde.